dinsdag 15 mei 2018

DE EENZAAMHEID VAN DE ONGELOVIGE 40

Huiskamerfeestje 1963

Ondertussen blijven mijn  buurjongen J. en ik bevriend alsof er niets tussen ons is gebeurd. Ook dit jaar weer gaan we als goede vrienden samen met de rest van van de verkenners op zomerkamp. Deze keer fietsen we met z’n allen naar het Limburgse Arcen. Onze plunjezakken worden met een apart vrachtautootje gebracht. Het tentenkamp ligt midden in een bos in de buurt van een groot gebouw, waarschijnlijk een kostschool. Het gebouw ligt er eenzaam en verlaten bij, ’s avonds zelfs een beetje spookachtig bij het licht van onze zaklampen. 

Op een van de laatste kampdagen maken we met de Vossenpatrouille de gebruikelijke trektocht. Met rugzakken op, stafkaarten van de omgeving en een kompas trekken we de hele dag door velden en wegen rond Arcen. Aan het einde van de dag zijn we nog lang niet moe en misschien is dat wel de reden waarom we pardoes een café langs de rijksweg binnenstappen.

Zoiets doe je namelijk niet als verkenner. In het handboek Verkennen voor Jongens van Baden-Powell staat niets over café’s. Ze staan ook nooit op het activiteitenprogramma. Ondanks dit alles stappen we met onbevreesd gemoed  over de drempel. We bestellen een glas bier, onwennig maar zelfverzekerd. Het bier smaakt prima. We bestellen er nog een. Nu weten we zeker dat we dit nog vaker zullen doen.

Het wordt een compleet feest als we in een hoek van het café een flipperkast ontdekken. Die moet er ook aan geloven. Voor een dubbeltje stoten we met een trekveer 3 stalen ballen de kast in. Die rollen vervolgens naar beneden, links en rechts stotend en botsend tegen allerlei obstakels die geluiden maken en lichtjes doen opbranden voor ons. Onze eerste echte flipperervaring!

Voor ons staat fel verlicht een jonge, mooie vrouw in badpak waar omheen onbegrijpelijke cijfers en symbolen oplichten. Er gebeurt van alles maar niemand van ons begrijpt er wat van. We zien en horen een nieuwe wereld van toeval en geluk.  Patrouillelid P. wordt ernstig ongerust. Zijn ouders hebben hem nog zo gewaarschuwd. Die flipperkasten zijn verslavend. Misschien is dat wel waar maar ons geld is op dus zit er niks anders op dan te vertrekken. Ervan bewust dat we net een historische stap gezet hebben in een nieuw leven, lopen we zingend verder naar het tentenkamp:

“Als de Kerels te gare zijn. 
Doedle bomle rom dom dom. 
Wat liedje moet er gezongen zijn? 
Doedle rom dom dom! 
’t Kerelslied, ’t kerelslied, 
Doedle bomle rom dom dom, ’
t Kerelslied, ’t kerelslied, 
Doedle rom dom dom.”

(verschijnt elke dinsdag)



(verschijnt elke dinsdag)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten