![]() |
Ramon in zijn timmerwerkplaats naast zijn huis. |
Zoals je als lezer gemerkt hebt, gaan mijn Mexicaanse vertellingen niet over helden die geschiedenis maken. Niettemin zijn het helden. Iedereen die probeert iets van zijn leven te maken is een held, zelfs als het mislukt. Alleen al het proberen vereist een zekere heldhaftigheid.
De kunst van het leven kan niemand je leren. Je moet het zelf doen. Er is een dosis moed voor nodig, enige zelfkennis en een zekere mate van zelfvertrouwen. Vooral dat laatste is hard nodig. Zonder zelfvertrouwen raak je verlamd in het leven. Trouwens op wie kun je rekenen buiten jezelf: de goden, de sterren, je vrienden, je lief, je ouders? Het begint met zelfvertrouwen en van daaruit kun je verder kijken. Misschien vind je iemand op wie je kunt vertrouwen.
Hebben de dorpelingen van San Miguel zelfvertrouwen? Dat is moeilijk te zeggen. Je kunt hooguit vaststellen dat ze er het met z’n allen het beste van proberen te maken, de een meer dan de ander. Er zijn nu eenmaal altijd luieriken, bangeriken en lafaards maar ook dapperen.
Zo een dapper iemand is de vader van Diego. Je ziet dat niet aan hem. Hij is net als de andere mannen in het dorp bescheiden en zwijgzaam. Hij doet zijn werk op het land, helpt anderen als het nodig is en voedt samen met zijn doña de kinderen op. Na het avondeten gaat hij op zijn gemak op een houten bankje zitten dat hij zelf gemaakt heeft.
Ramon timmert zijn eigen meubels en alles wat in en rond het huis nodig is. Hij was nog geen 10 jaar toen hij ontdekte dat hij handig was met hamer, zaag en spijkers. Dat is hem de rest van zijn leven goed van pas gekomen. In de loop der tijd is hij een ervaren timmerman geworden. Hij heeft zelfs op verzoek van de dorpspastoor voor de kerk ramen gemaakt.
Sindsdien levert het timmeren af en toe geld op voor zijn gezin. Naast het huis heeft hij een werkplaats gebouwd voor zijn gereedschap. Timmeren doet hij meestal buiten onder het afdak voor de werkplaats. Sinds ze er elektriciteit in het dorp is, heeft hij een cirkelzaag en een schuurmachine aangeschaft.
Met zijn zwijgzame inzet voor zijn gezin en het dorp is het geen wonder dat de raad van boeren hem tot hun voorzitter heeft gekozen. Elke zondagmorgen na de hoogmis komen ze bijeen in een zaal aan het pleintje bij het begin van de dorpsstraat, tegenover de grote poort van de haciënda.
Sinds de revolutie beschikt het dorp over meer land. Het is aan de raad om voor een rechtvaardige verdeling van het land te zorgen waarbij elk gezin krijgt waar het recht op heeft. Dat klinkt romantischer dan het is. Conflicten over de verdeling van het land kunnen een heel dorp in vuur en vlam zetten.
In beginsel heeft elk gezin recht op een deel van het land om te bewerken en te oogsten. Ze kunnen daarmee in hun basisbehoeften voorzien, tenminste als de maïsoogst goed is. Want ook daar wil wel eens wat mis gaan. De natuur en het klimaat zijn nu een maal grillig.
De revolutie heeft wel voorzien in extra grond maar niet in beter landbouwvoorzieningen en al helemaal niet in landbouwkredieten ter voorfinanciering van oogsten. De revolutie heeft de boeren grotendeels aan hun lot overgelaten.
Daarnaast is er het waterbeheer. Ook dat moet goed en rechtvaardig gebeuren. In droge tijden wordt het water van de beken gebruikt voor natuurlijke bevloeiing van het land. Op gezette plaatsen wordt het water zodanig over land geleid dat meerdere stukken land er profijt van hebben.
Aangezien niet alle stukken in een keer bevloeid kunnen worden, moet er op verschillende punten van de beek afgetapt worden. Het is de taak van de raad om er op toe te zien dat elk perceel zijn deel van het water krijgt.
Ramon heeft in het dorp genoeg gezag om de boeren door al deze conflicten heen te loodsen, al vergt dat soms veel overleg. Zelfs in een kleine gemeenschap zijn er tegenstellingen tussen arm en rijk, tussen lui en werklustig, tussen dom en slim. Al deze verschillen treffen elkaar elke zondagochtend in de raad. De meeste boeren beseffen gelukkig ook dat het in hun eigen belang is om de meningsverschillen onderling te regelen.